Mijn chauffeur & ik ISBN 978 90 9029097 3
This is no work of mine, schrijft Kipling in een van zijn eerste Indiase verhalen, the Gate of the Hundred Sorrows, over de dagelijkse besognes van een opiumschuiver. Het was niet van hem, beweerde hij, het was hem verteld.
In zekere zin geldt dat ook voor de verhalen in deze bundel. Voor het merendeel zijn ze ontstaan in de tijd dat ik als radiojournalist rondtrok in de oostelijke mijnstreek, vaak vergezeld van een chauffeur die me door de studio werd meegegeven. In zijn zwarte Chevrolet toerden we rond, de mijnen werden gesloten en de mensen die we onderweg ontmoetten praatten honderduit, in een poging het verleden alsnog het zwijgen op te leggen.
Het is lang geleden maar nog altijd beschik ik over een zekere gevoeligheid voor de taal van mijn toenmalige gesprekspartners. Hun luidruchtige grootspraak en lyrische ontboezemingen zijn in mijn hoofd gaan zitten. Ik hoef me hen maar voor de geest te halen en ze beginnen vanzelf te praten. Hun steenkolennederlands is verwant aan het steenkolenengels dat Kipling zijn Indiërs in de mond legde, een spreektaal, een kunsttaal, gevormd tot iets daar tussenin.
Deze verhalen zijn constructies, hun hoofdpersonen spreken maar ze spreken door mij, ik heb hun woorden verdraaid, hun namen veranderd, hun geschiedenissen in scène gezet. Ach weet u, this is no work of mine, het is me overgeleverd, pas daarna heb ik het bedacht.
Jules Dister, Mijn chauffeur & ik.
Uitgeverij Helwegen Maastricht.